Toch geen talbot ?!?!
Een van de erfenissen bij de overname van Chrysler France door PSA in 1980, waren de in productie zijnde modellen van die firma.
De Simca Horizon, die werd geïntroduceerd in 1977 en toen verkozen was tot Auto van het Jaar, werd herdoopt in Talbot Horizon.
Door alle beslommeringen rond de overgang en de naamsverandering raakte de wagen uit de gunst van het publiek.
Peugeot ging daarom werken aan een opvolger die thuis zou moeten gaan horen in een marktsegment waarin Peugeot bijna niet was vertegenwoordigd: de zogenaamde middenklassers.
Deze hebben meestal een lengte van ongeveer 4 m en zijn vaak voorzien van een achterklep, zoals onder andere de Ford Escort, de Opel Kadett en de Volkswagen Golf.
Peugeot gaf het project de naam C28.
Bij de ontwikkeling werd op veel punten gebruik gemaakt van het werk aan de 205, waarmee Peugeot enkele jaren eerder was gestart.
De carrosserie werd van dat model afgeleid en men paste weer CAD-technieken (Computer Aided Design) toe om de optimale constructie te berekenen.
Prototypen en testwerk volgden al snel, terwijl de fabriek in Poissywerd gemoderniseerd.
Eind 1984 was de C 28 rijp voor productie.
Onderzoek
Net als bij de 205 benutte Peugeot de kennis uit het VERA-onderzoek, dat min of meer parallel liep.
In oktober 1982 werd de VERA getoond op de Autosalon van Parijs, een project waarvan Peugeot de naam al snel wijzigde in VERA Profil.
Het voornaamste doel was het ontwikkelen van een dieselmotor met directe inspuiting, die het nog beter zou moeten doen dan bij het VERA 02- project.
Daarnaast besloot Peugeot deze wagen ook wat de stroomlijn betreft een zo gunstig mogelijke vorm te geven en het interieur in ergonomisch opzichtte vervolmaken.
De VERA Profil was voor het eerst te zien op 12 september 1985 op de tentoonstelling van Frankfurt.
Inmiddels was het duidelijk geworden dat de naam Talbot voor een nieuwe auto voorlopig beter in de ijskast kon worden gezet.
De beslissing was daarom gevallen, de C 28 als Peugeot uit te brengen.
De naam leverde nog even een probleem op, omdat er tussen de 205 en 305 geen ruimte meer zat.
Peugeot koos daarom voor 309, de ‘nieuwe drie’ zogezegd, als men afgaat op de dubbele betekenis van het Franse woord ‘neut’: ‘negen’ en ‘nieuw’.
Peugeot introduceerde de 309 in okto-ber 1985 in Frankrijk.
Ten opzichte van de 205 had de 309 een 6 cm grotere wielbasis, zodat de inzittenden achterin veel ruimte hadden.
De vierdeurscarrosserie zag er van buiten een beetje uit als een model-met-kofferbak, maar was in werkelijkheid een echte ‘hatchback’ met een vijfde deur.
De wielophanging vertoonde sterke gelijkenis met die van de 205, zodat men in de bagageruimte niet werd gehinderd door de schokdemperbevestiging.
De aankleding was goed verzorgd en er was veel aandacht geschonken aan geluidsisolatie. Ook was er ruimte gemaakt voor een dakkoffer om nog meer spullen kwijt te kunnen.
Rijcomfort
In de praktijk bleek het rijcomfort ook op een hoog niveau te staan. Wat de wegligging betreft vertoonde de 309 in de bocht vrij veel onderstuur en op de rechte weg veel stabiliteit.
De 309 bleek een duidelijke voorwielaandrijver met een veilig weggedrag.
In totaal werden er zeven varianten aangeboden met vier verschillende motoren.
De twee kleinste daarvan waren afgeleid van de Horizon.
De 309 (later aangeduid als GE) en de 309 GL kregen een 1118 cc-motor van 55 pk.
Daarmee haalden ze een maximumsnelheid van 153 km per uur.
De GR beschikte over een 1294 cc-motor van 64 pk en be¬reikte daarmee 159 km per uur.